De laatste tonen van het strijkorkest dansen door het auditorium en laten het publiek achter in ademloze vervoering. Voor een moment heerst er absolute stilte, dan barst een daverend applaus los. De frêle ballerina op het podium komt uit haar slotpositie en trippelt hoog op haar tenen dichter naar de zaal om de staande ovatie in ontvangst te nemen. Haar borst gaat snel op en neer en haar bloed bonst zwaar in haar vermoeide benen. Mensen roepen haar naam en ze glimlacht als vanaf de balkons bloemen naar haar toe worden gegooid. Rode en witte rozen, prachtige lelies en één enkele iris. Haar glimlach wordt breder als ze de donkerpaarse bloem ziet liggen, maar ze blijft staan en wacht tot haar collega’s van het corps de ballet zich bij haar op het podium voegen. Met een sierlijke buiging bedanken de dansers het publiek en pas als de toneelgordijnen dichtschuiven, raapt ze de paarse bloem op. Ze duwt haar neus tegen de kroonbladeren. De zoete, houtachtige geur brengt haar terug naar haar jeugd in het kleine dorp aan de voet van de El Huérfano berg en ze denkt aan het verhaal dat haar moeder haar vertelde op de dag dat ze het dorp verliet om haar droom te volgen. Lees verder