Onrustig heeft Gwynn haar ogen op het verkeer gericht en bij iedere auto die de bocht om komt, krult het nerveus in haar maag. Ze rilt en duwt de kraag van haar jas omhoog om zichzelf te beschermen tegen de gure wind. Haar hart maakt een kleine sprong wanneer eindelijk de donkergrijze Maserati van Olivier aan komt rijden. Hij parkeert strak tegen de stoeprand en zwaait het portier voor haar open. Hoewel het te donker is om hem te kunnen zien, weet ze dat hij naar haar kijkt. Ze aarzelt kort, trekt haar schouders naar achteren en stapt in de behaaglijk warme auto. Hij glimlacht. ‘Je twijfelt?’
‘Nee.’
‘Maar je bent nerveus?’
‘Een beetje.’
Hij kijkt in zijn buitenspiegel en draait de weg op. ‘Nerveus is niet erg, het betekent dat je dit graag wilt.’
‘Wat is dit?’
‘Dit, wij en wat we gaan doen.’
‘Wat gaan we doen?’
Olivier lacht en toets wat in op het dashboard. Meteen wordt de auto gevuld met zware vioolklanken. Gwynn kijkt hem aan. ‘Deze muziek draaide je de vorige keer ook.’
Hij knikt. ‘Dat klopt, heel goed opgemerkt. Wat vind je er van?’
‘Ik ben niet echt bekend met klassieke muziek.’
‘Dat betekent niet dat je er niet iets van kunt vinden, en het is niet klassiek, niet echt, al is de melodie van de belangrijkste viool wel geïnspireerd op ‘the barber of Sevilles’, een zeer bekende compositie van Gioachino Rossini.’
Onder de indruk van zijn woorden houdt Gwynn haar mond. Plotseling voelt ze zich dom en onwetend. Hij legt zijn hand op haar been. ‘Die laat ik je nog wel eens horen. Doe je rok omhoog.’
Geschrokken kijkt ze hem aan en automatisch grijpt ze naar de zoom van haar rok. ‘Nee! Waarom?’
‘Moet ik daar een reden voor hebben?’
Ze denkt terug aan hun eerdere ontmoetingen en zijn hypnotiserende woorden die op de achtergrond in haar hoofd zijn blijven dansen.

‘Ik heb bepaalde verwachtingen van mijn relatie met jou en ik kan je nu al vertellen dat die totaal anders zijn dan je gewend bent.’

‘Je hebt ‘ja’ tegen me gezegd en dus ben je van mij.’

‘Jouw overgave aan mij zal ik voeden met mijn aandacht en genegenheid.’

‘Je zal doen wat ik van je vraag en ik zal je met kleine stapjes meenemen naar mijn wereld. Ik zal voor je zorgen, maar ik zal het je ook heel erg moeilijk maken. Wil je dat?’

‘Ja.’
‘Weet je dat heel zeker?’
‘Ja.’

Het was niet alleen het antwoord op zijn vraag, maar ook op alle verborgen verlangens die zijn woorden naar de oppervlakte brachten. Ze vindt het spannend en heeft geen idee wat ze precies kan verwachten, maar ze hoeft hem alleen maar in zijn ogen te kijken om te weten dat het alle moeite waard zal zijn. Hij herkent haar. In zijn ogen ligt haar toekomst.

Gwynn durft zijn kant niet op te kijken wanneer ze langzaam haar rok omhoog schuift. De kanten rand van haar kousen en het glanzende satijn van haar slipje komen tevoorschijn. Ze voelt zijn ogen op haar gezicht, zijn stem is vlak en donker. ‘Waarom draag je een slipje?’
Gwynn merkt dat ze een kleur krijgt. ‘Het is koud … Ik weet het niet, ik durfde niet.’
‘Wat heb ik gezegd?’
‘Geen ondergoed …’ Ze zwijgt.
‘… alleen als ik daar expliciet opdracht toe geef. Weet je nog waarom?’
Haar gezicht wordt warmer. ‘Omdat je onbelemmerd toegang tot mij wilt, waar en wanneer dan ook.’
‘Ik ben blij dat je dat in elk geval onthouden hebt.’
Hij zet de muziek harder en richt zijn ogen weer op de weg. Stil blijft ze naast hem zitten, met hete wangen en haar rok opgestroopt tot haar heupen. Ze voelt zich klein, alsof hij haar zojuist een standje heeft gegeven en ze knippert met haar ogen om het brandende gevoel kwijt te raken.
Pas als hij de auto een groot parkeerterrein opdraait, durft ze hem weer aan te kijken. ‘Wat gaan we doen?’
‘We gaan een hapje eten, fatsoeneer jezelf en laat je jas hier, die heb je binnen niet nodig.’
Omslachtig trekt ze haar rok weer recht. Haar jas laat ze achter in de auto.

Ze nemen plaats aan een kleine tafel in het midden van het restaurant. Gwynn hoort dezelfde muziek als in de auto en kijkt Olivier verrast aan. Hij reageert niet op haar blik.
Zonder haar te vragen waar ze zin in heeft, bestelt hij een hoofdgerecht en niet lang daarna zet een ober twee glazen rode wijn en een karaf water op tafel. Terwijl ze wachten op het eten vertelt hij geanimeerd over zijn dag. Gwynn luistert en kijkt naar de mimiek op zijn gezicht. Haar hartslag volgt het ritme van zijn stem, hapert wanneer hij naar haar lacht en versnelt als zijn soms confronterende vragen haar met een frons laten zwijgen. Zijn zachte woorden en bewegende lippen hebben een bedwelmende werking op haar en ze heeft niet door dat het eten wordt gebracht. Hij legt zijn hand op die van haar en wijst naar haar bord. ’Eet kleintje, je zult het nodig hebben.’
‘Waarom?’
‘Het wordt een bijzondere nacht.’
Gwynn verslikt zich. De nacht is nooit ter sprake gekomen. Met kleine stapjes zou hij haar zijn wereld laten zien. Vanavond zouden ze de eerste stapjes nemen. Hij zou haar naar huis brengen. Hij zou … Haar protesten sterven een stille dood. Hij heeft alleen gezegd hoe laat hij haar op zou komen halen en waar. Zij heeft hem verder niets gevraagd.

Ze wilde simpelweg weten hoe zijn wereld er uit zou zien.

Wanneer de borden en de glazen zijn weggeruimd, kijkt Olivier haar aan. ‘We drinken nog een kop koffie en ik wil dat jij je slipje uittrekt.’
De hitte schiet naar haar gezicht. ’Hier?’
Hij geeft geen antwoord en leunt ontspannen achterover. Gwynn beweegt ongemakkelijk op haar stoel en kijkt om zich heen. Ze fluistert. ’Mensen zullen het zien.’
‘Mensen zijn veel te druk met zichzelf om op jou te letten. Je trekt je slip uit en geeft hem aan mij.’
Haar wangen en ogen branden. Ze wil dit niet en hij kan haar niet dwingen. Hij zet haar voor schut. Wat zullen de mensen van haar denken. Hoe moet ze dit doen zonder dat iemand het ziet?
‘Je laat me wachten kleintje en daar hou ik niet van. Kijk me aan en vergeet waar je bent.’

Zijn ogen worden haar houvast. De omgeving om haar heen wordt wazig en de geluiden van de overige bezoekers vervagen. Alleen de muziek blijft zacht om haar heen walsen en nestelt zich in haar hoofd.
Wanneer ze met een beverige ademstoot haar slipje in zijn geopende hand legt, knikt hij goedkeurend. Hij steekt het lapje stof in zijn zak en schenkt haar een scheve glimlach. ‘Heel goed kleintje. Ik ben trots op je.’

verwonderd voelt Gwynn zijn woorden warm in haar borst gloeien.

Terug bij de auto opent hij het portier achter de bestuurdersstoel. ‘Je mag achterin zitten.’
‘Waarom?’
Ze kan haar tong wel afbijten. Al zijn woorden ten spijt, ze blijft het vragen. Zwijgend neemt ze plaats op de achterbank. Haar bloed suist gonzend in haar oren.
Olivier gaat op de stoel voor haar zitten en start de motor. Hij draait zich naar haar om. ‘Ik wil dat je naar het midden van de bank schuift, zodat ik je goed kan zien. Je bent stil en doet wat ik van je vraag. Doe je dat niet dan zal ik je straffen zoals mij dat betaamt, is dat duidelijk?’
Ze knikt en schuift onhandig naar het midden van de bank. Olivier stelt de achteruitkijkspiegel zodat hij een goed zicht op haar heeft en zet de radio aan. Gwynn herkent de muziek zodra de eerste tonen door de auto klinken. Hij knikt geruststellend. ‘We gaan een stukje rijden en jij mag je uitkleden.’
Haar ademhaling gaat snel en ze kijkt naar buiten. Andere auto’s en hun inzittenden glijden langzaam aan haar voorbij. Ze tilt haar heupen op en trekt snel haar rok omlaag en van haar benen. Olivier reikt naar achteren en pakt het kledingstuk van haar aan. Hij legt het in zijn schoot en zet het volume van de stereo harder. ‘Heel goed, nu je blouse. Zonder haast.’
In de spiegel zoekt ze zijn ogen en net als eerder houdt ze zich vast aan zijn blik.
Langzaam knoopt ze haar blouse los, de stof glijdt van haar schouders achter haar op de bank. De muziek kruipt dieper in haar hoofd en door de rest van haar lichaam. Ze trekt haar pumps uit en maakt de kousen los van het gordeltje. Haar gedachten verdwijnen één voor één uit haar hoofd. Al haar bewegingen worden gestuurd door de muziek en zijn ogen. Wanneer ze zijn stem weer hoort, is het alsof hij haar wakker maakt. ‘Spreid je benen, leg je handen tegen je achterhoofd en kijk naar me. Ik wil je ogen zien.’

Gwynn kijkt naar hem zoals hij haar opdraagt. Zijn blik is voornamelijk op de weg gericht, maar haar hart valt van zijn plek en dans rond in haar buik op het moment dat zijn ogen via de spiegel die van haar raken. Ze vergeet haar naaktheid en de uitdagende houding waarin ze zit. Haar wereld bestaat uit niets anders meer dan zijn ogen en de muziek.

‘Uitstappen Gwynn.’
De muziek verdwijnt zodra zijn stem tot haar doordringt. Als ze niet reageert vraagt hij haar of ze hem gehoord heeft. Ze knikt, maar blijft toch zitten. Olivier stapt uit en opent het achterportier. Haar naakte huid reageert meteen op de kille buitenlucht en haar tepels worden pijnlijk hard. Ze schudt haar hoofd. ‘Eerst mijn kleren.’
‘Uitstappen.’
‘Waar zijn we?’
Langzaam begint hij te tellen. Ze kijkt hem een beetje lacherig aan, maar wanneer hij stoïcijns blijft doortellen, merkt ze dat hij het meent. Onzeker schuift ze naar hem toe. Het leer van de bank laat zuigend haar huid los en wanneer hij bij drie is, staat ze naast hem. De gure wind verjaagt het laatste restje van haar droomtoestand. Naakt en blootsvoets staat ze op een smalle parkeerplaats voor een laag flatgebouw. Huiverend kijkt ze naar Olivier. Hij legt haar jas over haar schouders en pakt haar hand. ‘Hier woon ik, kom.’

Binnen zet hij haar op het crèmekleurige kleed in het midden van de woonkamer. Ze wil hem vragen waarom hij haar blootstelt aan mogelijke ogen van anderen, maar houdt haar mond als de muziek weer begint te spelen en even is het alsof ze de melodie kan zien. De hoge klanken worden spikkels van licht die als paardebloempluizen uiteen vliegen. De lage klanken dwarrelen aan haar voeten op de grond. Het ritme lijkt naar haar te lonken en met een licht gevoel in haar hoofd wil ze de verleidelijke tonen volgen. Olivier houdt haar tegen. Met een vinger tilt hij haar gezicht op. Hij schuift haar voeten uit elkaar en corrigeert de houding van haar schouders. Onbewust balt ze haar vuisten. Hij neemt ze in zijn handen en opent ze. ‘Ontspan.’
Terwijl zijn stem meegaat in de muziek, loopt hij om haar heen. ‘Je bent van mij en je zorgt dat ik trots op je kan zijn. Je benen zijn altijd licht gespreid en je doet zonder aarzelen wat ik van je vraag, altijd en waar we ook zijn. Je bent er voor mijn genot en doet er alles aan om mij te behagen. Jouw hele houding straalt uit dat je trots bent om de mijne te zijn.’

Recht voor haar blijft hij staan en hij observeert haar. Gwynn durft bijna geen adem te halen. Hij legt zijn handen op haar schouders. ’Je bent mijn sletje.’
Het woord schiet fel in haar onderbuik en golft door naar haar kruis. Plotseling lijkt de muziek vijandig en maniakaal. Ze hapt naar adem en kijkt hem met grote, verontwaardigde ogen aan. Olivier lacht. ‘Ja, je hebt het goed gehoord. Mijn sletje.’
Gwynn schudt haar hoofd. De tranen branden heet in haar ogen en ze wil haar mond open doen om hem van repliek te dienen. Hij legt een vinger tegen haar lippen. ‘Ik zie jouw verlangen, maar de gevoelens die je hebt zijn in strijd met elkaar. Je schaamt je.’
Hij neemt haar gezicht in zijn handen. ‘Je mag er aan toegeven. Tussen jou en mij is alles mogelijk, maar er is geen plek voor schaamte. Ik noem je zoals ik wil en jij bent wat ik wil dat je bent. Een slet, een hoer …’
Hij buigt naar haar toe en fluistert in haar oor. ‘… neukvlees. Van mij en voor mij alleen.’
Haar ademhaling is oppervlakkig geworden en ze schudt fel haar hoofd. Hij mag haar niet zo noemen … Op hetzelfde moment voelt ze de hunkering naar meer van zijn woorden. Het verwart haar.

‘Waarom kijk je zo boos, sletje? Vind je het niet prettig?’

Gwynn schudt zo wild met haar hoofd dat haar krullen op en neer dansen. Ze vindt het niet prettig, het is respectloos en walgelijk. Hij ziet iets in haar dat er niet is. Hij …
Ze hapt naar adem als hij zijn hand tussen haar benen duwt en een vinger bij haar naar binnen laat glijden. Een zachte kreun ontsnapt aan haar keel en ze bijt op haar lip. Olivier pakt hij bij haar haren en draait de lokken stevig om zijn vingers. Hij fluistert. ‘Als je het niet prettig vindt, hoertje van me, waarom ben je dan nat?’

Zijn vinger verdwijnt en met zijn handen in haar haren leidt hij haar naar de bank, waar hij gaat zitten en haar op haar buik over zijn benen trekt. Met zijn vrije hand draait hij strelende rondjes over haar billen, eerst alleen met de toppen van zijn vingers, dan ook met zijn nagels. Haar huid begint dof te tintelen en ze slaakt een kreetje als hij een harde tik bovenop dat gevoel laat landen. Ze probeert omhoog te komen, maar zijn andere hand duwt haar hoofd naar beneden terwijl hij langzaam, maar stevig haar naakte billen bewerkt. Met iedere klap wordt haar huid gevoeliger en heter. De hitte kruipt door de rest van haar lichaam en brengt haar bloed aan het zingen. Hij laat haar balanceren op een koord van pijn en genot. Ze zweeft weg op dat gevoel en het ritme van de muziek. Er is niets meer over van alles wat daarvoor nog zo belangrijk leek. Haar hoofd raakt leeg, op de muziek en het petsende geluid van zijn handen op haar huid na.

Zijn woorden komen van ver. ‘Hoor je me kleintje?’
Gwynn knikt automatisch en haar stem is schor. ‘Niet stoppen…’
Olivier ondersteunt haar en laat haar op haar knieën op de grond glijden. Ze schudt haar hoofd.
‘… ik wil niet dat het voorbij is.’
Hij lacht zacht. Teder neemt hij haar gezicht in zijn handen. Onafgemaakte beelden en gedachten blijven talmend in haar hoofd hangen, als in een droom, maar dan echter. Langzaam komt de kamer om haar heen bij haar terug en de klanken van de muziek dringen weer tot haar door. Zijn steeds vertrouwder wordende ogen kijken haar vol warmte aan. Toch heeft ze evenveel heimwee als een kind dat de weg is kwijtgeraakt. Ze legt haar hoofd in zijn schoot en laat haar tranen stromen. Alles komt in haar los. De spanning, de pijn en het genot.
De storm die hij in haar hoofd en lichaam heeft ontketent, komt langzaam tot rust en alles binnenin haar wordt leeg en stil. Olivier houdt haar stevig vast en laat haar huilen tot er geen tranen meer zijn. Teder drukt hij een kus op haar wang. Zijn stem trilt zacht tegen haar oor.

‘Het is nooit voorbij. Alleen maar even, tot het weer begint.’

En het begint zodra hij de eerste klanken van de muziek weer om haar heen laat dansen.


Dit verhaal schreef ik voor de bijeenkomst van Ewa-Nederland op 20 mei 2017. De opdracht voor deze bijeenkomst was ons te laten inspireren door de onderstaande muziek bij het schrijven van een erotisch verhaal.

Meer verhalen voor de bijeenkomst van 20 mei vind je hier.