8db056bbde1c852278212994f95b0512Vermoeid kijkt hij op de kleine wekker op zijn bureau. Het is al bijna elf uur. Bedtijd. Morgen moet hij vroeg op en nog één keer doornemen wat hij er vanavond in heeft gestampt. Een brij van woorden die nu danst in zijn hoofd. Hij gaat staan, strekt zijn rug. In de kleine koelkast staat nog één biertje. Hij kan het beter niet doen en zijn hoofd fris houden. De ‘plop’ waarmee het flesje opent klinkt al net zo verfrissend als het bier smaakt.  Even zijn hoofd leeg. Languit gaat hij op het smalle eenpersoonsbed liggen. Zijn kamer is klein en minimaal ingericht. Een bed, zijn bureau met de draaibare stoel en het kleine aanrecht met de koelkast. De douche deelt hij met nog vier anderen. De keuken kan hij gebruiken. Als hij op tijd is. Hij is meestal niet op tijd. Gezonde maaltijden eet hij bij vrienden, of bij zijn zus. Hier leeft hij op brood en afgekeurde groente van de Turk beneden. De rest van het geld gaat op aan zijn studie, aan boeken voor zijn studie.
Het bewijs staat op de planken aan de muur. Nog even en er zal er eentje bij moeten.
Hij neemt nog een slok. Het vocht tintelt fris op zijn tong en aan de binnenkant van zijn wangen. Het past bij de zware lucht die door het openstaande raam naar binnenkomt. De geur van een avond na een warme dag. Vanaf zijn zijn bed kan hij het raam aan de overkant goed zien. Erachter het verlichte vierkant van een ander raam op de muur. Het is een beeld dat hij elke avond ziet. Zijn ritueel van elke avond. Na het studeren één biertje en even ontspannen terwijl hij wacht op beweging bij dat raam. Een hand die het gordijn dicht schuift. Als dat gebeurt is zijn avond snel voorbij, zijn biertje in enkele flinke slokken leeg. Dan gaat hij slapen en is hij teleurgesteld dat het gordijn dicht ging. Hij hoopt altijd dat het open blijft. Het blijft vaak open.

Ze is studente. Het is een gok. Hij weet het niet. Hij weet niet eens hoe ze eruit ziet. Niet echt. Wat hij te zien krijgt zijn puzzelstukjes. De rest van het plaatje verzint hij eromheen. Ze is slank. De bewegende schaduwen op de muur vertellen het hem. Hij weet waar hij van houdt. Niet perse slank, zolang de verhoudingen maar kloppen, maar zij is slank, met de juiste proporties. Haar huid donker. Niet als pure chocolade, eerder koffie met een beetje melk. Hij weet het. De hand bij het gordijn vertelde het hem. Haar ogen zullen ook donker zijn, maar hij fantaseert ze licht. Groen. Een bijzondere combinatie met haar donkere huid. Hij weet niet beter dan dat ze daar woont en in zijn hoofd heeft hij al vele momenten met haar gedeeld. Succesvolle studieresultaten waar zij enthousiast en blij voor hem is. Teleurstellende tentamens, dan troost ze hem, met opbeurende woorden. Weekenden  die hij bij het gezin van zijn zus doorbrengt. Hij deelt het met haar en ze lacht om de vrolijke anekdotes. Hij weet dat het gek is, maar als hij niet thuis is, dan mist hij de momenten die hij met haar heeft. Zijn stille observatie van de momenten die ze met hem deelt. Het zijn momenten die zijn bloed sneller doen stromen. Hij volgt haar schaduw als ze zich uitkleedt en onder de douche gaat, als ze onder de douche vandaan komt. Ze maakt langzame bewegingen en zet een been op de rand van een stoel om haar huid droog te wrijven. Als ze voorover buigt om haar haren te drogen zie hij de vorm van haar borsten soms zo duidelijk zodat hij zich kan voorstellen hoe ze in zijn hand liggen. Ze zijn precies goed. Niet te klein, zeker niet te groot. Af en toe doet ze oefeningen. Dan steekt ze haar armen boven haar hoofd, aan weerszijden van haar schouders. Het zijn vloeiende bewegingen. Yoga. Denkt hij. Hij weet het niet zeker. Soms is ze niet alleen. Haar schaduw heeft dan gezelschap van een andere schaduw dicht bij haar. Bewegingen die in een omhelzing eindigen, handen die kleding verwijderen en langzame strelingen langs haar huid. Hij weet dat ze vrij beweegt. Zonder schaamte. Ze is niet bang om voor haar eigen genot te gaan. Hij heeft het gezien. De suggestie van een hoofd tussen haar gespreide benen, haar handen op het hoofd. Wat hij ziet is genoeg.

Een trilling in haar raam vertelt hem dat ze thuis is. Hij gaat rechtop zitten, bang om ook maar één beweging te missen. Zijn biertje staat vergeten op de grond naast het bed en hij wacht op haar schaduw. Voor het eerst krijgt hij meer te zien. Ze staat voor het raam en schuift het omhoog. Met gesloten ogen snuift ze buitenlucht naar binnen. Zijn borst gaat mee met haar ademteug. Haar mond is groot, met volle lippen. Het vervangt het puzzelstukje dat hij zelf geplaatst had. Ze lacht, roept iets naar binnen. Een tweede schaduw. Vanavond is ze niet alleen. Een lichte hand rond haar bovenarm draait haar om. Hij kijkt naar zijn eigen handen. Het contrast tussen de zijn huid en die van haar. Er gaan vingers door haar bruine haren, niet zwart, zoals hij had bedacht. De bandjes van het topje glijden van haar schouders. Het is meer dan hij ooit te zien kreeg. Haar huid glanst. Hij ziet het hoofd van die ander, bij haar borsten. Het genoegen dat hij voelt als ze het hoofd wegduwt. Haar stem is luid. Zwaar ook. Zwaarder dan hij had bedacht. Ze verdwijnt terug in de schaduw en hij ziet kledingstukken die haastig worden uitgegooid. Het is anders. Deze schaduw was nog niet eerder bij haar. Deze schaduw laat haar anders bewegen. De zachte geluiden die hij hoort herkent hij niet van eerdere momenten. Hij schrikt even als de  naakte rug van die ander in het openstaande raam verschijnt. Vlak voor zij knielt, ziet hij haar naakte borsten. Ze zijn perfect rond, zoals hij altijd dacht. Haar hoofd maakt trage bewegingen  tegen het onderlichaam van die ander. Steeds  ziet hij een deel van haar gezicht. Haar ogen zijn dicht. Ze geniet van wat ze doet. Zoals hij zou genieten van wat ze doet.
Hi maakt zijn broek los en volgt met zijn hand het ritme van haar hoofd. Met zijn ogen op het raam aan de avond is het bijna alsof hij haar mond kan voelen.  Een gevoel wat eeuwig zou mogen duren. Het duurt veel te kort. Er volgen nieuwe bewegingen. De onbedekte lichamen verdwijnen naar de schaduwen op de muur en geluiden komen door zijn raam naar binnen waaien. Geluiden van genot en wellust. Niet alleen van haar. Ook van die ander. Wilde lust. Ook van hemzelf. Zijn eigen genot.
Soms worden de schaduwen heel even lichamen die niets meer aan de verbeelding over laten. Glimmend in en om elkaar gedraaid vergezeld van geluiden die het ritme ondersteunen. Zacht, soms even wat harder. Haar stem. Nu zwaar en hees. Zijn hand volgt de geluiden. Hij verbeeldt zich dat hij zelf wegzakt in haar warme vochtigheid. Dat niet zijn hand, maar haar zachte, weke vlees om hem heen is. Haar lippen op zijn mond. Kreten die hem vertellen dat hij op moet schieten. Zijn eigen ademhaling wordt snel en gejaagd. Haar schaduw maakt zware, hese geluiden. Het zijn woorden die hem smeken.
‘Ja. Ja … Kom! Kom nu… Nu!’
Een driehoekige climax. Die van hem, van haar en die van de andere schaduw. Blozend en pulserend. Hij is voyeur, dader en ontvanger tegelijk.
Het matras voelt koel onder zijn hete rug als hij zich achterover laat vallen en langzaam wegzakt in de verzadigde slaap die hij zo nodig heeft. Het gordijn aan de overkant blijft open.